Sparen, beleggen of toch maar allebei?
Het financiële landschap in Nederland wordt gekenmerkt door lage spaarrentes, stijgende inflatie en onzekerheid op de aandelenmarkten. Is het dan verstandiger om naar de beurs te trekken? Of kies je toch voor de zekerheid van sparen? Of is een combinatie van sparen en beleggen de beste keuze? In dit artikel gaan we daar dieper in op.
Wie zijn vermogen wil laten groeien, heeft het niet makkelijk tegenwoordig. De lage rente op spaarrekeningen maakt dat spaargeld nauwelijks aangroeit, terwijl de inflatie wel je koopkracht aantast. Met al je geld naar de beurs trekken in de hoop meer rendement te halen, houdt dan weer een risico’s in. De laatste maanden hebben beurzen aanzienlijke schommelingen laten zien, voornamelijk door een combinatie van geopolitieke spanningen, onzekere energieprijzen en zorgen over de aanhoudende inflatie. Hoe een gezonde financiële strategie er in deze omstandigheden uit kan zien? Volgens ons is het geen kwestie van sparen óf beleggen, maar van sparen én beleggen. Lees even meer.
Waarom kiezen voor een combinatie van sparen en beleggen?
Wie zijn geld wil laten groeien, denkt in eerste instantie wellicht aan beleggingsproducten, zoals aandelen, ETF’s (Exchange Traded Fund) of fondsen. Toch is het beter om niet al je eieren in één mandje te leggen. In een evenwichtige strategie heeft sparen dan ook zijn plaats naast beleggen.
- Minder risico: door een deel van je geld op een spaarrekening (of -deposito) te parkeren, zorg je eerst en vooral voor een veilige basis. In tegenstelling tot beleggingen, kan je kapitaal niet in waarde dalen (tenzij door inflatie). Mocht de bank failliet gaan, is je geld beschermd door het Nederlandse Depositogarantiestelsel. Die bescherming geldt tot 100.000 euro per bank, per persoon. Er wordt daarbij gekeken naar het totaal van je spaarrekening(en) en -deposito(’s) bij die bank. Is dat totaal meer dan 100.000 euro, dan spreid je het het beter over meerdere banken.
- Meer stabiliteit: waar beleggingen op de lange termijn een hoger rendement kunnen bieden, zal de waarde ervan continu fluctueren. Beurskoersen stijgen en dalen nu eenmaal voortdurend. Bij een spaarrekening kan de rente ook schommelen, maar die schommelingen zijn klein en relatief goed voorspelbaar. Het rendement van een spaarrekening is dus veel stabieler dan dat van beleggingen. Als je beleggingsproducten zakken in waarde, ben je dankzij je spaarrekening (en/of -deposito) beter bestand tegen economische schommelingen.
- Geld beschikbaar: spaargeld is direct beschikbaar voor noodgevallen, onverwachte uitgaven of buitenkansjes. Geld in beleggingen is dat in principe ook, maar daar hoort een belangrijke kanttekening bij. Heb je (een deel van) je geld nodig net op het moment dat de aandelenkoersen een plotse duik namen, dan moet je die beleggingen misschien met verlies verkopen. Met een spaarrekening behoed je jezelf voor dat risico. Opgelet: dit geldt niet voor een spaardeposito, daar staat je geld gedurende de hele looptijd vast.
Hoe bepaal je de balans tussen sparen en beleggen?
Ben je overtuigd dat sparen een belangrijke rol speelt in je financiële strategie, dan rest er één belangrijke vraag: hoeveel spaar je best? Dat is een persoonlijke keuze en hangt af van een aantal factoren.
- Noodfonds: een belangrijke richtlijn is om minstens drie tot zes maanden aan vaste lasten opzij te zetten op een spaarrekening. Zo’n ‘noodfonds’ biedt financiële zekerheid in geval van onverwachte gebeurtenissen, zoals werkloosheid, medische noodsituaties of dringende reparaties.
- Risicobereidheid: neem je liever niet te veel risico en vind je het vooral belangrijk om je kapitaal te beschermen, dan zal je spaarrekening een groter deel van je portefeuille uitmaken. Waar een voorzichtig persoon bijvoorbeeld voor 70% spaargeld en 30% beleggingen kiest, zal iemand die meer risico aandurft de omgekeerde verhouding aanhouden.
- Levensfase: naarmate je ouder wordt, is het aangewezen wat extra veiligheid in te bouwen. De kans dat je je spaargeld moet aanspreken is dan doorgaans groter, bijvoorbeeld om je pensioen aan te vullen. Jonge mensen hebben een langere beleggingshorizon en kunnen het zich permitteren om een groter deel van hun portefeuille te beleggen voor potentieel hogere rendementen.
Conclusie
Waar een spaarrekening en een spaardeposito zekerheid en stabiliteit biedt, zorgen beleggingen meestal voor meer rendement. Door beide te combineren, kan je sneller je financiële doelen bereiken zonder onnodige risico's te nemen. Welke verhouding je daarbij hanteert, is een persoonlijke keuze. Vergeet niet dat er ook binnen de spaarproducten grote renteverschillen zijn. Overstappen naar een spaarrekening of -deposito met een hogere rente kan je rendement aanzienlijk verhogen. Het loont dus om bewust te kiezen en regelmatig je opties te herzien.